Gevallen engelen zijn volgelingen van Satan. Maar in het begin waren zij dat niet. Deze geestelijke wezens werden aanvankelijk door God geschapen om Hem te dienen en om boodschappen over te brengen aan Zijn volk. Net als de mens hadden gevallen engelen van God een vrije wil gekregen. Hun keuze om tegen God in opstand te komen leidde tot hun val uit de hemel en uit Gods genade.
Net zoals Christenen de natuur van hun leider Christus aannemen, zo hebben ook de gevallen engelen de natuur van hun leider aangenomen. Satan staat bekend onder een groot aantal namen die gebruikt worden om verschillende aspecten van zijn karakter te beschrijven. De naam Satan betekent “aanklager”. Andere namen voor Satan zijn Beëlzebub (“heer van de vliegen”), de duivel, de draak, de slang, de verleider, Lucifer en de vader van alle leugens (Openbaring 12:9, 20:2).
God schiep Satan als een van de mooiste engelen in de hemel. Lucifer betekent “lichtdrager”; hij werd ook wel de “morgenster” genoemd. Maar de duivel was jaloers en kwam tegen God in opstand. Jesaja 14:12 zegt: “Morgenster, zoon van het ochtendlicht, wat ben je diep gevallen! Jij die over de volken heerste, bent neergeslagen.” De hoogmoedige opstand en de machtswellust van de duivel maakten van hem een vijand van God. Hij wilde God op alle mogelijke manieren vervangen. Maar ongeacht bij welke naam hij wordt genoemd, hij staat niet op gelijke hoogte met God.
En dus werd Lucifer uit de hemel naar de aarde geworpen. Sommige van de engelen volgden hem door zich eveneens tegen Gods alwetende macht en gezag te verzetten. Openbaring 12:7-8 zegt: “Toen begon er in de hemel een oorlog. Want Michaël en zijn engelen streden met de draak en zijn engelen. De draak en zijn engelen werden verslagen. Ze mochten niet meer in de hemel blijven.”
Satan en zijn leger van gevallen engelen en demonen zijn vastbesloten om alles wat goed is en God eert te verdraaien en te vernietigen. We worden als volgt gewaarschuwd: “Wees verstandig en let goed op. Jullie vijand, de duivel, loopt rond als een brullende leeuw die een prooi zoekt. Hij zoekt wie hij kan verslinden” (1 Petrus 5:8). Maar God geeft ons gezag over het kwaad van deze vijand zoals Jezus ons vertelt in Lukas 10:19-20.
Alle geschapen wezens hebben de keuze om dit gezag over de boosaardige vijand te aanvaarden óf om Satan te volgen “naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is klaargemaakt” (Matteüs 25:41).
Copyright © 2002-2021 AllAboutSpirituality.org, Alle rechten voorbehouden